Workflow analyse
“Modulaire journalistiek is een innovatieve aanpak waarbij nieuwsinhoud wordt gecreëerd en geconsumeerd in afzonderlijke, uitwisselbare modules, zoals individuele verhalen, multimedia-elementen of datagedreven componenten. Deze methode benadrukt het aanpassingsvermogen, waardoor nieuwsorganisaties inhoud kunnen afstemmen op diverse platforms en doelgroepen.” Dat zegt het artificiële intelligentie-systeem ChatGPT wanneer u hem vraagt om modulaire journalistiek of ‘modular journalism’ te definiëren.
Er schuilt enige waarheid in het antwoord van ChatGPT. In de modulaire journalistiek is een nieuwsbericht geen ondeelbaar geheel, maar bestaat zo’n bericht uit verschillende, kleine delen. Daarbij onderscheidt men ‘nieuwsartefacten’, de ‘modules’ en de ‘atomen’:
- Nieuwsartefacten: het afgewerkte (het gepubliceerde of het uitgezonden) nieuws. Enkele voorbeelden: een artikel in print, een publicatie op Instagram, een televisie-uitzending, een podcast, …
- Modules: een betekenisvolle combinatie van verschillende atomen, zoals een onderdeel van een script van een show, of een sectie van een online-artikel. Deze modules kunnen opnieuw gecombineerd worden met andere modules, om zo een verscheidenheid aan nieuwsartefacten te verkrijgen.
- Atomen: de kleinst mogelijke content-componenten, die een journalist of newsroom computer systeem (NRCS) niet meer kan opdelen. Enkele voorbeelden: een infographic, een citaat uit een audio-interview, een headshot uit een televisiereportage, …
De atomen kun je herschikken en verwerken tot een nieuwe combinatie (een nieuwe ‘module’). Door ‘modules’ te combineren krijg je vervolgens een nieuw ‘nieuwsartefact’. Die ‘nieuwsartefacten’ kan je afstemmen op een specifieke doelgroep, zoals jongeren of beleggers, of een specifiek distributiekanaal, zoals sociale media of een nieuwsuitzending op televisie. Kortom, modulaire journalistiek maakt het nieuwsredacties makkelijker om delen van een nieuwsverhalen te hercombineren zodat die combinatie beter afgestemd kan worden op doelgroepen, publicatiekanalen, …
De hierboven vermelde atomen zijn vergelijkbaar met wat ‘Modular Journalism’, een onderzoeksproject uit het Verenigd Koninkrijk uit 2022, modules noemt. In dat project hebben onderzoekers de modules gedefinieerd als “discrete elements of a story that can be created independently and then combined and recombined with other modules in order to create a variety of storytelling formats.” Met andere woorden, de modules uit het Britse onderzoek zijn vergelijkbaar met de atomen, zoals hierboven omschreven.
In een modulaire workflow zijn journalisten niet alleen verantwoordelijk voor de productie van het ‘nieuwsartefact’ (het gepubliceerde nieuwsverhaal), maar kan een redactie ervoor kiezen om hen verantwoordelijk te maken voor de productie van individuele ‘modules’ en/of individuele ‘atomen’. Met andere woorden, journalisten zijn niet noodzakelijk verantwoordelijk voor één individueel nieuwsartefact, maar kunnen ingezet worden om de verschillende delen van één verhaal te produceren.
Enkele voorbeelden: de hoofdafbeelding van een online-artikel, de openingsparagraaf (‘lead’) van een nieuwsartikel of de voice-over van een videoreportage. Zodra een journalist of redacteur een deel van een verhaal geproduceerd heeft, kunnen diens collega’s dit deel opnieuw gebruiken om een nieuw nieuwsartefact te produceren dat de nieuwsredactie vervolgens op een ander medium – print, radio, televisie, sociale media, etc. – kan publiceren.
Methodologie
Om een modulaire workflow te verkrijgen, moet een nieuwsredactie eerst diens werking en bijbehorende workflow, inclusief de rollen op de nieuwsredactie, bestuderen. Daarom heeft het EPIC-onderzoeksproject de workflow van de mediabedrijven Roularta Media Group en BRUZZ geanalyseerd. Voor deze analyse heeft het onderzoeksproject meer dan 50 gesprekken en bijeenkomsten georganiseerd. Deze omvatten diepte-interviews met journalisten, reporters en redacteurs van beide Vlaamse mediabedrijven.
Deze diepte-interviews werden uitgevoerd door softwareontwikkelaar Tinkerlist. Hierbij werd er gebruikgemaakt van een vragenlijst en onderzoeksmethodologie, aangereikt door Arteveldehogeschool. Daarnaast zijn er meerdere vergaderingen en workshops georganiseerd met de EPIC-onderzoekspartners om de redactionele workflow te analyseren en een modulair-journalistieke workflow uit te stippelen.
Vervolgens werd de workflow verder uitgewerkt tijdens de ontwikkeling van het nieuwe newsroom computer system (NRCS). De ontwikkeling en het testen van het NRCS heeft geleid tot verdere aanpassingen, toevoegingen, … aan de modulair-journalistieke workflow, zoals uitgedacht tijdens de hierboven vermelde workshops. Op die manier is niet alleen de ontwikkeling van het NRCS een iteratief proces gebleken, maar is ook het uitwerken een modulair-journalistieke workflow uitgegroeid tot een iteratief proces.
Wie is er aan de slag op een (traditionele) nieuwsredactie?
Op basis van deze informatie heeft het onderzoeksproject de volgende redactionele rollen vastgesteld die in aanraking komen met de productie van nieuwsartefacten, modules en atomen:
- Hoofdredacteur: de M/V/X die de leiding heeft over de nieuwsredactie. Deze persoon stippelt de redactionele lijn uit, stuurt nieuwsmanagers aan en volgt hun werk op, tekent de inhoud van rubrieken uit, … Bijgevolg heeft de hoofdredacteur een grote impact op de selectie van de nieuws-events, die journalisten uitwerken tot nieuwsartefacten.
- Nieuwsmanager: de M/V/X die de centrale nieuwsredactie organiseert. Deze persoon volgt het nieuws op, verdeelt opdrachten en taken, zorgt ervoor dat journalisten deadlines halen, bewaakt de redactionele lijn, …
Ook de nieuwsmanager heeft een grote impact op de selectie van de nieuws-events, omdat deze (op sommige nieuwsredacties, althans) aan het roer staat van een themaredactie (politiek, cultuur, sport, …) en in die rol zowel informatie doorspeelt aan de hoofdredacteur, maar ook opdrachten oplegt aan journalisten. - Eindredacteur: de M/V/X die een laatste controle voor de publicatie doet. Doorgaans is er een eindredacteur per medium (print, online, radio, televisie, …). Ieder medium heeft een eigen logica, manier van vertellen, … Daardoor is de eindredacteur ook een specialist inzake het publicatiekanaal. Klopt de inhoud en stijl? Hoe bouwen we een nieuwsuitzending in video op? Die problemen lost de eindredacteur op. Deze persoon bepaalt dan ook de definitieve vorm en inhoud van een nieuwsartefact en de bijhorende modules en atomen.
- Journalist: de M/V/X die nieuwsartefacten – voor print, radio, televisie, … – produceert. Deze persoon gaat soms de baan op om reportages te maken op locatie. De journalist produceert dan ook ‘atomen’ en/of ‘modules’. Deze m/v/x werkt soms voor één specifiek medium (print, televisie, radio, …),maar vaak voor meerdere media tegelijkertijd.
- Presentator: de M/V/X die een radio- of televisieprogramma presenteert. Deze persoon is het gezicht en/of de stem van het programma, interviewt gasten, … De presentator produceert enkele ‘atomen’ en/of ‘modules’ op basis van een nieuws-event. Deze m/v/x schrijft onder meer radio- of televisieteksten en inleidingen op radio- of televisiereportages.
- Producer: de M/V/X die verantwoordelijk is voor het productionele luik van het nieuws maken. Dat omvat onder meer de opmaak van dag- en weekplanningen, accreditaties verzorgen, beeldmateriaal uploaden en exporteren, montageruimes boeken, plannen van andere freelancers, … Doorgaans maakt de producer geen eigen nieuwsartefacten. Deze persoon kan wel invloed uitoefenen op de geselecteerde nieuws-events.
- Video- of audio-editors: de M/V/X die video- of audiomateriaal bewerkt van een ruwe stroom aan beelden tot een afgewerkte (beeld)montage en deze vervolgens voorziet aan diens collega’s van het televisienieuws. De video-editor maakt dan ook beeldmontages (als een nieuwsredactie individuele video-editors in dienst heeft). De audio-editor maakt op haar of zijn beurt audiomontages voor de nieuwsredactie. Deze taak wordt op sommige nieuwsredacties ook overgenomen door onder meer presentatoren of presentatoren.
- Socialmediamanager: M/V/X die de socialmediakanalen van de nieuwsredactie in de gaten houdt, die de nieuwsverhalen van de redactie publiceert en verdeelt via zulke kanalen, … Deze persoon maakt doorgaans online afbeeldingen, infografieken en/of korte teksten ter begeleiding van een socialmediabericht.
Het is belangrijk om te weten dat nieuwsredacties ervoor kiezen om sommige rollen te combineren in de taakomschrijving van één persoon. Zo bestaan er op sommige redacties journalisten annex socialmediamanagers of presentators annex journalisten.
De traditionele en de modulair-journalistieke workflow:
Op basis van de diepte-interviews, vergaderingen, workshops, iteratieve verfijningen, … heeft het EPIC-onderzoeksconsortium de volgende conclusies getrokken over de traditionele en modulair-journalistieke workflow:
- Zowel de traditionele workflow van een nieuwsredactie als de modulaire journalistieke workflow zijn complex en gelaagd. Zo kan één nieuwsartefact uit verschillende elementen (‘modules’ en/of ‘atomen’) bestaan, maar kan één nieuwsartefact ook uit verschillende deelverhalen (‘substories’ in het nieuwe NRCS) bestaan, die telkens een ander facet van een overkoepelend nieuwsartefact (‘story’ in het nieuwe NRCS) belichten.
Een voorbeeld: een politiek schandaal kan niet alleen leiden tot een breaking news-bericht over dit schandaal, maar ook tot een diepgaand interview met een politicoloog, een doorwrochte analyse over politieke corruptie en follow-up verhalen over het oorspronkelijke breaking news-bericht.
Deze deelverhalen worden op verschillende tijdstippen geproduceerd, waardoor de verschillende elementen van het nieuwsartefact (‘modules’ en/of ‘atomen’) van één nieuwsverhaal op verschillende tijdstippen geproduceerd worden. De mate waarin een nieuwsredactie content hergebruikt zal verschillen omwille van de verschillende publicatiedata van verschillende deelverhalen. - In traditionele workflows werken journalisten doorgaans één nieuwsartefact voor één medium (print, radio, televisie, …) uit. Hierbij ontbreekt vaak een gestructureerde samenwerking met collega-journalisten die hetzelfde onderwerp behandelen voor een ander medium of andere media. Collega’s wisselen vaak op ongestructureerde, bijna toevallige manier achtergrondinfo uit.
Een modulair-journalistieke workflow moet het hergebruik van informatie (en bijgevolg nieuwsatomen) stimuleren. Dat heeft implicaties voor het newsroom computer system (NRCS). Wanneer een journalist een nieuwsverhaal produceert, moet dit onmiddellijk in het modulair-journalistieke NRCS geproduceerd worden. Als dat niet gebeurt, belemmert dat het hergebruik van ‘modules’ en ‘artefacten’.
Wanneer journalisten aan deelverhalen over hetzelfde nieuwsverhaal werken, moet het materiaal dat zij produceren terechtkomen in een zogenaamde ‘contentmand’ zodat het NRCS gerelateerde verhalen snel aan elkaar kan koppelen. In zo’n ‘contentmand’ komt alle informatie over één nieuwsverhaal terecht.
Dat kan onder meer gaan over achtergrondinformatie, contactinformatie, interviews, video- en audiomateriaal, … Door journalisten toegang te geven tot zo’n ‘contentmand’ wordt hergebruik gestimuleerd en krijgen zij inzicht in de reeds bestaande ‘artefacten’ en ‘modules’.
Een voorbeeld: één journalist (journalist A) produceert het breaking news-nieuwsverhaal over een politiek schandaal voor de nieuwswebsite. Een andere journalist (journalist B) maakt nadien een interview met een politicoloog. Omwille van de toegang tot de ‘contentmand’ over dit verhaal kan journalist B de research, de contactpersonen, de teksten, etc. van journalist A ontdekken en gebruiken om diens eigen verhaal (het interview) te produceren.
De modulaire journalistiek zou het produceren van verschillende verhalen voor verschillende kanalen moeten vergemakkelijken. Door de vindbaarheid en herbruikbaarheid van verhaalelementen (‘artefacten’ en ‘modules’) te vergemakkelijken, kan één journalist sneller het ene nieuwsverhaal (voor bijvoorbeeld televisie) omvormen tot een ander nieuwsverhaal (voor bijvoorbeeld een onlinepublicatie). - De modulaire journalistiek stelt het moment van de eindredactie in vraag, want de redactie produceert immers op ieder moment allerlei artefacten die vervolgens opnieuw gebruikt worden door collega-journalisten.
In theorie kan een eindredacteur onmiddellijk de vorm en de inhoud van deze elementen (‘modules’ en ‘atomen’) controleren zodra deze afgewerkt zijn en ter beschikking gesteld worden van de eindredactie. Vervolgens zou een eindredacteur ook de nieuwsartefacten die geproduceerd worden op basis van de verschillende ‘modules’ en ‘atomen’ moeten controleren.
In de praktijk leidt een dergelijke aanpak tot een continue stroom atomen, modules en nieuwsartefacten die de eindredactie kan overstelpen. Bovendien moet de eindredactie in dit scenario een ‘dubbele controle’ uitvoeren van zowel het nieuwsartefact als de delen – modules en atomen – waaruit dat ene nieuwsartefact bestaat.
Een voorbeeld: een radiojournalist schrijft een voice-over en maakt een audiomontage voor een radionieuwsbericht. Deze worden vervolgens door een eindredacteur gecontroleerd en klaargemaakt ter publicatie. Die zaken (i.e. voice-over en audiomontage, inclusief audiocitaat van een bron) worden vervolgens uit elkaar getrokken tot verschillende atomen).
Nadien gaat een onlinejournalist aan de slag met één van deze atomen (het audiocitaat) en verwerkt die dat citaat als een tekstfragment in een groter artikel. Vervolgens controleert een (andere) eindredacteur het online-artikel, inclusief het citaat dat reeds geverifiëerd werd door een eindredacteur. - Er ontstaan ook vragen over de mogelijkheid tot het hergebruik van nieuwsartefacten. Hoe modulair is journalistiek? In de zoektocht naar het antwoord op deze vraag bleek al gauw dat het publicatiepunt – print, online, televisie, radio, sociale media, etc. – een grote invloed heeft op atomen en/of modules die een journalist kan hergebruiken. Zo kan een videofragment of radioreportage niet onmiddellijk opnieuw gebruikt worden voor een publicatie in print. De inhoud van een video- of audiofragment moet immers herwerkt worden naar tekst. Ook sociale media leggen beperkingen op inzake de lengte van een video of het aantal tekens dat een bericht mag bevatten.
Een voorbeeld: met Instagram Reels maximaal 90 seconden video opnemen, terwijl de gratis versie van X (het voormalige Twitter) slechts berichten van 280 karakters toelaat. Met andere woorden, het medium bepaalt deels welke content opnieuw gebruikt wordt. Zo zal een sociale media bericht sneller titels en/of inleidingen hergebruiken, omwille van dergelijke beperkingen.
Hierdoor worden atomen of modules zelden onveranderd opnieuw gebruikt. Ieder publicatiepunt – radio, print, televisie, online, etc. – heeft een eigen aanpak. Daardoor moeten de nieuwsartefacten die een journalist opnieuw wil gebruiken soms, zo niet vaak, aangepast worden zodat ze aansluiten op de logica van het publicatiepunt. Zo kan een audiocitaat niet onmiddellijk gepubliceerd worden in een magazine en moet de tekst uit dat audiocitaat vaak (grammaticaal) gecorrigeerd worden zodat de tekst aangenaam, vlot, … leesbaar blijft.
Bovendien is er een onderscheid in het soort medium. Sommige media zijn sneller inzake de publicatie van nieuwsverhalen dan andere media. Met andere woorden, de tijd tussen een nieuwsevent dat plaatsvindt en de publicatie van een verhaal over dat nieuwsevent is op sommige kanalen korter dan bij andere.
Een voorbeeld: een nieuwswebsite zal sneller verhalen publiceren en verdelen via pakweg een pushbericht dan een televisiezender, die doorgaans) moet wachten op een geijkt uitzendmoment, zoals een journaal dat om zeven uur uitgezonden wordt.
Daardoor bestaat de kans dat sommige media (zoals een website) al heel wat ‘modules’ en ‘artefacten’ aangemaakt hebben alvorens een ander medium (zoals televisie) met een nieuwsverhaal aan de slag gaat. - Er bestaan inhoudelijke beperkingen op het letterlijk hergebruiken van nieuwsartefacten. Het onmiddellijke en letterlijke hergerbuik van inhoud impliceert immers ook dat een softwaresysteem in staat moet zijn om updates van een belangrijk cijfer (zoals een dodental), inhoudelijke fouten in een voice-over of tekst, nieuwe citaten van een noemenswaardige bron (zoals een president of eerste minister), … automatisch toe te voegen aan alle atomen zodat de inhoud in alle verhalen op alle publicatiepunten correct, hetzelfde, … is.
Daarom heeft het onderzoeksteam ervoor gekozen om te werken met een zogenaamde ‘contentmand’, waarin journalisten, hoofdredacteurs, … informatie over één verhaal verzamelen zodat die informatie snel, overzichtelijk en modulair gedeeld kan worden. - Ook het gebruik van een embargo in de journalistiek is een aandachtspunt in de modulaire journalistiek. Bij het gebruik van een embargo op de publicatie van een nieuwsverhaal spreken een journalist en een betrokken partij af om het nieuwsverhaal te publiceren op een afgesproken datum. Deze datum wordt in sommige gevallen door de betrokken partij opgelegd. Enkele voorbeelden: een productiehuis kan een embargo opleggen wanneer er een persbericht verstuurd wordt over de bekendmaking van een nieuwe, grootschalige televisieproductie, een beursgenoteerd bedrijf kan een embargo opleggen wanneer er een persbericht verstuurd wordt over de resultaten van dat beursgenoteerde bedrijf, …
In de modulaire journalistiek worden ‘modules’ en ‘atomen’ geproduceerd. Op basis van deze elementen kunnen collega-journalisten vervolgens overgaan tot de productie van een nieuw nieuwsverhaal of een nieuw deelverhaal. Dit kan echter tot vragen leiden met betrekking tot het embargo. Dat embargo wordt immers opgelegd op één nieuwsartefact (en niet op de verschillende atomen of de verschillende modules van dat verhaal). Ieder atoom of iedere module valt immers onder het embargo, waardoor een modulair journalistiek NRCS voldoende ruchtbaarheid moet geven aan dat embargo opdat collega-journalisten, die niet op de hoogte zijn van de afspraak over het embargo, alsnog voldoende informatie krijgen over de afgesproken datum (waarop het embargo op de publicatie verloopt).
Een nieuwe workflow
Op basis van deze informatie en bevindingen heeft het EPIC-onderzoeksproject een modulair-journalistieke workflow uitgestippeld. Deze bestaat uit drie fases:
- Preproductie: hoe het nieuws tot een journalist of nieuwsredactie komt,
- Productie: hoe een redactie beslist om tot een publicatie over te gaan,
- Publicatie en archivering: hoe een nieuwsverhaal gepubliceerd en verdeeld wordt, inclusief het archiveren van het materiaal.
In de interactieve visualisatie hieronder kan u meer informatie vinden over iedere stap in dit publicatieproces. Klik op een bolletje om meer informatie te verkrijgen.
Als de visualisatie niet voldoende leesbaar is, kan u deze altijd ook op het volledige scherm weergeven door op het icoon rechts onderaan te klikken.
Het onderzoeksconsortium wil een belangrijke nuance toevoegen aan deze modulair-journalistieke workflow. Die kan immers doen uitschijnen dat elk nieuws-event op elk medium/publicatiekanaal zal verschijnen. Dat is echter niet het geval. Met andere woorden, het gebeurt niet altijd dat een nieuws-event zowel in print, als online, als op radio, als op televisie, … verschijnt. Nieuwsredacties maken nog steeds keuzes inzake welk nieuws-event op welk medium gepubliceerd moet worden.
Automatisering van nieuwsproductie
Door de opkomst en democratisering van (generatieve) artificiële intelligentie kunnen sommige delen van een modulair-journalistiek newsroom computer system (NRCS) en de bijhorende workflow versneld en geautomatiseerd worden. Op basis van de huidige bevindingen komt het onderzoeksconsortium tot de volgende conclusies inzake automatisering en artificiële intelligentie:
- Met behulp van artificiële intelligentie kan het hergebruiken van verhaalelementen, zoals titels, fotobijschriften en inleidingen, vergemakkelijkt worden.
Een voorbeeld: een AI-systeem kan een inleiding van een online-artikel herkennen en vervolgens aan een socialemediaredacteur aanbieden als ‘basistekst’ voor een socialemediabericht op bijvoorbeeld Instagram. Hierbij wordt de tekst van de inleiding door het AI-systeem gekopieerd en automatisch ingevuld zodra een socialemediaredacteur een nieuw afgeleid verhaal (‘substory’) aanmaakt op basis van een bestaand hoofdverhaal (‘story’). - AI kan een grotere rol krijgen in het productieproces van een modulair-journalistiek systeem. Als een journalist of team van journalisten voldoende basisinformatie – in een zgn. dossier – van het hoofdverhaal (‘story’) aanlevert, kan – in theorie, althans – een AI-systeem met deze informatie aan de slag om een eerste versie van één of meerdere afgeleide verhalen (‘substories’) te produceren. Zodra het AI-systeem deze eerste versie creërt, hoeft de journalist of het team van journalisten enkel de inhoud te verifiëren, tone-of-voice te verfijnen, …
- AI kan ook een steentje bijdragen bij zowel het accuraat en eenduidig taggen van hoofdverhalen (‘stories’) en afgeleide verhalen (‘substories’) als het toevoegen van correcte metadata. Op die manier kan AI het archief in het newsroom computer system (NRCS) voldoende duidelijk structureren. Aan de hand van teksten, foto-omschrijvingen, … kan een AI-systeem de inhoud van een hoofdverhaal (‘story’) of afgeleid verhaal (‘substory’) herkennen, correct taggen en van correcte metadata voorzien in het archief van het NRCS. Hierdoor krijg je een duidelijk omgeschreven archief aan verhalen (‘stories’ en ‘substories’) dat met behulp van AI gemakkelijker doorzoekbaar kan worden.
Met aandacht voor change management
Een modulair-journalistieke aanpak heeft nood aan change management. Tijdens het onderzoek is immers gebleken dat de journalistiek en/of de journalist een groot belang hecht aan de verantwoordelijkheid inzake de nieuwsproductie en de erkenning voor de productie van een nieuwspublicatie (in print, op radio, op televisie, …).
Met betrekking tot de verantwoordelijkheid over een publicatie blijkt dat het gebruik van een modulair-journalistieke aanpak tot vragen en bekommernissen bij een nieuwsredactie kan leiden.
Als één journalist één nieuwspublicatie (bv. een radionieuwsbericht) uitwerkt is het duidelijk dat die persoon de verantwoordelijkheid draagt over dat product. Een modulair-journalistieke aanpak impliceert echter dat artefacten (zoals titels, foto’s, …) hergebruikt worden door verschillende journalisten. Wie draagt de verantwoordelijkheid van de waarachtigheid van het artefact? Daar hebben journalisten, nieuwsmanagers, … tijdens het onderzoek regelmatig naar gevraagd.
Ook met betrekking tot de erkenning van het geleverde werk (de geproduceerde ‘artefacten’ en ‘modules’) kan de modulaire journalistiek voor bekommernissen zorgen. Als één journalist één nieuwspublicatie produceert, prijkt diens naam op die publicatie en wordt diens werk erkend. Denk aan een scoop verkregen door sterke research en/of een goed journalistiek netwerk: een journalist die een dergelijk, belangrijk nieuwsfeit ontdekt en dat feit als breaking news kan publiceren, wordt erkend omwille van diens journalistieke kwaliteiten (snelheid, nauwkeurigheid, belang van het nieuws, …).
In een modulair-journalistiek productieproces is dat soort erkenning minder duidelijk: artefacten kunnen immers hergebruikt worden en ‘geremixed’ worden, waardoor artefacten geproduceerd door journalisten A en B ook opduiken in een artikel van journalist C. De modulaire journalistiek impliceert dan ook een ‘groepsaanpak’ of ‘groepsdenken’, waarbij verschillende journalisten artefacten aanleveren (maar daar misschien niet altijd openlijk voor erkend worden in het newsroom computer system).
Hier kan het verschil tussen ‘snelle(re) media’ (zoals een nieuwswebsite) en ’trage(re) media’ (zoals een televisiejournaal) de modulaire journalistiek informeren. Op sommige nieuwsredacties zijn ‘snelle(re) media’, zoals een nieuwswebsite, al meer gestoeld op het ‘groepsdenken’ dat een modulair-journalistieke aanpak nodig heeft.
Daar worden sommige onderwerpen, verhalen, … sneller met collega-journalisten gedeeld, waardoor er meerdere namen op één online-artikel prijken. Ook produceren deze media soms nieuws op basis van bijvoorbeeld nieuwsfeed, zoals die van Reuters en Belga, waardoor ook die als auteur opduiken bij een onlineverhaal. Daardoor speelt om sommige onlineredacties het probleem van de ‘erkenning’ voor één verhaal minder een rol, omdat daar al automatisch met meerdere personen aan één verhaal gewerkt wordt.
Met betrekking tot die erkenning en verantwoordelijkheid ligt dan ook een belangrijke taak voor de leidinggevenden op een nieuwsredactie. Deze leidinggevenden zullen de implementatie van een modulair-journalistiek productieproces moeten versoepelen door onder meer aandacht te schenken aan verzuchtingen van journalisten, eindredacteurs, … inzake verantwoordelijkheid en erkenning.